-
1 smash
-
2 de bal met een smash afmaken
de bal met een smash afmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de bal met een smash afmaken
-
3 een smash geven
een smash gevenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een smash geven
-
4 inslaan
2 [in voorraad nemen] stock (up on/with)4 [aanbrengen in] stamp in/on♦voorbeelden:1 iemand de hersens inslaan • bash/beat someone's brains ineen ruit inslaan • smash a window♦voorbeelden:nieuwe wegen inslaan • break new ground, blaze a (new) trailop iemand blijven inslaan • hit someone repeatedlyzijn nieuwe plaat sloeg enorm in • his new record was a smash hithet nieuws sloeg in als een bom • the news came as a bombshell♦voorbeelden: -
5 krach
n. crash, smash, smash up, slump -
6 afmaken
2 [doden] kill♦voorbeelden:een werkje afmaken • finish/complete a bit of workze hebben de hond moeten laten afmaken • they had to have the dog put downII 〈wederkerend werkwoord; zich afmaken〉♦voorbeelden:zich van iemand afmaken • dispose of someonezich er wat al te gemakkelijk van afmaken • shrug something off too lightlyzich met een paar woorden van iets afmaken • dismiss something in two words -
7 een ruit inslaan
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ruit inslaan
-
8 ingooien
1 [gooiend binnen doen komen] throw in(to)2 [door een worp breken] smash♦voorbeelden:1 [sport] throw in -
9 inschieten
1 [iets van betekenis kwijtraken] lose2 [verbrijzelen] smash3 [wapens e.d. testen, het afschieten voorbereiden] find the range of♦voorbeelden:zijn leven erbij inschieten • lose one's life (doing something)2 een ruit inschieten • smash/shatter a window1 [mislopen] fall through2 [vallen in] land in ⇒ go/fall in(to)3 [ergens snel binnengaan] shoot in(to)♦voorbeelden:1 mijn lunch zal er wel bij inschieten • that's my lunch down the drain/gone by the wayside1 [inspelen] warm up2 [in het doel schieten] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 score; 〈 overgankelijk werkwoord〉 shoot into the net♦voorbeelden:1 zich inschieten • warm up, knock the ball about -
10 smijten
1 [gooien] throw, fling♦voorbeelden:met de deuren smijten • slam the doorsII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in een toestand brengen] smash♦voorbeelden: -
11 tophit
-
12 bankroet gaan
v. go bankrupt, smash -
13 bonken
v. crash, smash into, collide with force -
14 bonzen
v. pound, smash, thump -
15 breken
n. breakage, fracture--------v. break, shatter, smash; fracture, rupture; part with -
16 brokken
v. break, smash into pieces, shatter, crack -
17 crash
n. crash, smash, wreck; downfall, collapse; condition in which the computer becomes stuck during an operation and must be restarted (Computers) -
18 crashen
v., crash, smash into, collide with force; be crashed; break into pieces, fall apart; be broken into pieces; freeze up, stop working properly (Computers) -
19 fijnknijpen
v. crush, smash, break into small pieces; squeeze hard, defeat, destroy -
20 fijnslaan
v. crush, smash, break into small pieces; squeeze hard; defeat, destroy
См. также в других словарях:
smash — smash … Dictionnaire des rimes
Smash — can be:*A form of cocktail *An onomatopoeic term for a forceful, usually damaging, physical impact or the act of making such an impact. * Attack on Tomorrow , a 1977 Japanese anime also known as Smash! *Barry Darsow, a professional wrestler known … Wikipedia
smash — [ sma(t)ʃ ] n. m. • 1893; mot angl. « coup violent, qui écrase » ♦ Anglic. Au tennis, Coup violent frappé de haut en bas, qui écrase la balle au sol et la fait rebondir hors de la portée de l adversaire. Faire un smash. ⇒ smasher. Coup semblable … Encyclopédie Universelle
Smash tv — Autoren Eugene Jarvis Verleger Williams Release 1990 Genre Shoot em up Spielmodi Bis zu 2 Spieler gleichzeitig … Deutsch Wikipedia
Smash TV — Entwickler Williams Publisher … Deutsch Wikipedia
Smash T.V. — Smash TV (jeu vidéo) Pour l’article homonyme, voir Smash TV. Smash TV Éditeur … Wikipédia en Français
Smash!! — Smash!!! Годы С 2002 по 2005 Страны … Википедия
Smash — Smash!!! Годы С 2002 по 2005 Страны … Википедия
Smash — 〈[ smæ̣ʃ] m. 6; Sp.; bes. Tennis〉 Schmetterball [engl., smash „(zer)schmettern“] * * * Smash [smæʃ], der; [s], s [engl. smash, zu: to smash = (zer)schmettern] (bes. Tennis, Badminton): Schmetterschlag, ball. * * * Smash … Universal-Lexikon
Smash — steht für: den Schmetterball im Sport (Tennis, Tischtennis, Badminton, Volleyball), (von englisch: to smash = zerschmettern) ein nur knapp über dem Netz sehr schneller (geschmetterter) Ball, der für den Spielgegner schwer abzuwehren ist Smash Hit … Deutsch Wikipedia
smash — smash·able; smash·ery; smash; smash·er; smash·ing·ly; … English syllables